Paulus en identiteit (tekstversie)

Elkaars gelijkwaardigheid én verschil aanvaarden

In 1948 keurden de Verenigde Naties de ‘Universele verklaring voor de rechten van de mens’ goed. Daardoor werd de gelijkwaardigheid en het verschil van alle mensen in een universele wet vastgelegd. Negentien eeuwen eerder was Paulus, de apostel, van die idee al overtuigd. Hij schreef: Er is geen Jood of Griek meer, geen vrije of geen slaaf, geen man of vrouw, u bent allen één in Christus Jezus’.

Paulus vroeg zich toen al af:  wie zijn wij, mensen, voor elkaar?

Paulus was een griekssprekende jood uit Tarsos (huidig Turkije) én Romeins burger. In de eerste eeuw nC. woonden veruit de meeste joden niet in Palestina maar in handelssteden rond de Middellandse zee. Dat hele gebied, ook Palestina, was bezet door Rome. Daardoor en door de eeuwenlange invloed van de Griekse cultuur stond de joodse identiteit sterk onder druk. In principe vormden alle joden etnisch, politiek, religieus én cultureel één identitaire gemeenschap. Maar in de praktijk waren ze daarover diep verdeeld.

Paulus was in Jeruzalem de joodse geschriften komen bestuderen. Daar werd ie een geleerde, strikt wetsgetrouwe farizeeër. En in zijn ogen was de joodse Jezusbeweging ketterij. ‘Ik vervolgde de gemeente van God fanatiek en probeerde ze uit te roeien’, schreef ie later.

Maar, hij ‘bekeerde’ zich en werd dé zendeling van de Jezusbeweging

‘Bekeren’ is een te zwak woord voor die totale, innerlijke omwenteling. Het was een blikseminslag die heel zijn leven ondersteboven gooide. Hij had er geen woorden voor. Alles veranderde. Helemaal bevrijd van zijn oude identiteit ontdekte hij in zichzelf een nieuwe mens, met een nieuwe verhouding tot God én daardoor tot alle mensen.

Ook vroeger hadden Joodse profeten verteld dat alle volken naar Jeruzalem zouden trekken om de Éne God te aanbidden. Ook Jezus had reeds de liefde boven de Wet gesteld. Hij ging naar mensen aan de rand van de samenleving: vissers, tollenaars, prostituées, melaatsen, armen en vreemden. Hij at met onreinen en genas mensen op sabbat.

Griek met de Grieken en jood met de joden

Paulus ging daarin radicaal verder. Hij werd ‘Griek met de Grieken en jood met de joden’. Hij verkondigde liefde en aanvaarding in plaats van geweld en uitsluiting.

Zelf voelde hij zich aangeraakt door Gods universele barmhartigheid. Alle mensen zijn kinderen van dezelfde Vader/God. Hij werd de onvermoeibare zendeling van de bevrijdende Godsliefde.

Dertig jaar lang trok Paulus van stad naar stad. En doorbrak in woord en daad de vastgeroeste identiteitsgrenzen van zijn tijd. Hij stichtte open gemeenschappen voor al wie in volle vrijheid zijn leven aan Jezus Christus toevertrouwde: ’mannen en vrouwen, Grieken en joden, slaven en vrijen’.

Gewetensvrijheid en onderlinge liefde waren de regel

Op de bijeenkomsten deelden zij hun meegebrachte maaltijd. Heidense Jezusvolgelingen hoefden geen joodse besnijdenis te ondergaan en geen reinheidswetten te volgen; joodse volgelingen konden dit blijven doen. Gewetensvrijheid en onderlinge liefde waren de regel. Eénheid én verschil samen.

Paulus’ boodschap riep een volkomen nieuwe, religieus-politieke en universele identiteit in het leven. Die inzet kostte hem het leven. Hij is rond 65 in Rome terechtgesteld.

Ook ons kan het vandaag inspireren: elkaars gelijkwaardigheid én verschil aanvaarden is hét fundament voor al onze verhoudingen met anderen.

Bekijk je liever de video? > KLIK HIER
Wat sprak je aan? Deel het met de online community… Schrijf hieronder je commentaar >

Voeg commentaar toe

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required