Helpen of niet helpen? – een beeldmeditatie (tekstversie)

Het verhaal van de barmhartige Samaritaan is een universeel menselijk beeld. We zullen hem blijven herkennen elke keer als iemand, plots oog in oog met een andere mens in pijn, schrik en allerlei bedenkingen overwint, en vrij doet wat gedaan kan worden. Ook al is die ander een vreemde, een onbekende, een naamloze.

Wat maakt dit verhaal zo iconisch, dat men er bij de volgende foto onmiddellijk aan denken moet? Deze foto* ging op zondag 14 juni 2020 de wereld rond: het beeld van een zwarte man die in Londen een extreem-rechtse, gewonde tegenbetoger weghaalt uit de kwaadheid van de omstaanders, hem op zijn schouders tilt en wegbrengt tot bij de politie waar hij veilig is. Ik heb gedaan wat moest, zei Patrick Hutchinson, de zwarte man. Hadden de collega’s van de Amerikaanse agent gedaan wat moest, dan leefde George Floyd nog. George Floyd is de zwarte Amerikaan die na 8 minuten stikt onder de knieën van de agent op zijn nek, terwijl zijn collega-agenten toekijken en niet ingrijpen. 

* Uit respect voor het auteursrecht kunnen we de foto hier niet afbeelden. Maar je kan hem wel zien op de webstek van De Standaard > Klik hier

de barmhartige samaritaan
Ribot
Doen wat moet…

De zwarte man Peter Hutchinson zag geen blanke, extreem-rechtse tegenbetoger, maar een mens gevallen tussen een woedende menigte,  een mens met wie het slecht zou aflopen. De Samaritaan zag niet iemand van de joodse gemeenschap maar een mens half dood geslagen. We kunnen niet genoeg beklemtonen hoe straf het is wat die Samaritaan doet. Samaritanen waren joden die niet mee gedeporteerd waren naar Babylonië, trouwden met andere volkeren en door de joden beschouwd werden als onrein. Zelfs iets wat ze vastgenomen hadden was onrein, en te mijden, stel je voor. Het moet de wetgeleerde die Jezus de vraag stelde “Wie is mijn naaste” geschokt hebben, dat net iemand beladen met negatieve vooroordelen hulp biedt. En niet twee leden van de joodse religieuze elite. Net door twee onreine handen krijgt dat gewonde lichaam de eerste hulp toegediend…

Wat drijft iemand om te helpen, wat drijft iemand om zich integendeel af te keren en niet te helpen? 

Een begin van een antwoord vind ik in de woorden: “en hij liep in een boog om hem heen”. Waarom liepen de priester en de leviet in een boog om de man op de grond? Het zicht van die geslagen, mishandelde, beroofde man moet vreselijk zijn geweest: bebloed, in hevige pijn, misschien wel naakt als ook zijn kleren zijn geroofd.

In elk geval hebben veel schilders hem zo in hun verbeelding gezien. Hier drie voorbeelden. Bij Rembrandt kan de naakte man nog rechtop zitten, al zie je de spanning op zijn gezicht en in zijn lijf.

Mary MacCleary

Bij de Amerikaanse collagekunstenares Mary MacCleary is het lichaam één brok pijn. Verkrampt bij MacCleary, bewusteloos zwaar bij Ribot.

 “Ze liepen in een boog om hem heen…” Die twee tempeldienaars kunnen veel redenen gehad hebben om niet te helpen, onder andere verboden uit hun eigen godsdienst tegenover bloed en een dood lichaam. Maar ik lees in die beschrijving ook angst, anders zouden ze niet met zo’n grote boog rond de man lopen.

En hier komen we tot de kern, volgens mij: iemand in nood helpen is, behalve geraakt worden, ook over je eigen angst stappen. Ook de Samaritaan zal geschrokken zijn, bij het zien van de mishandelde mens daar plots voor hem. Maar het hield hem niet tegen. Iemand helpen kan maar als er een grote opstoot van vertrouwen is, een overgave aan een ander, een achterlaten van jezelf, en alle mogelijke bedenkingen rond jezelf. Ook de Samaritaan had zich de bedenking kunnen maken: wat als ik hier niet goed uitkom, misschien keert heel deze situatie zich wel tegen mij…  En toch laat hij zich in de buik raken door het lichaam dat hij zag, en kan zichzelf daarin achterlaten, om enkel aan die ene mens te denken. 

Is hij de goede, zijn de twee anderen de slechten?

Zo eenvoudig is het niet. Er speelt zoveel mee: regels en andere beperkingen, van welke aard ook. En je kan ook teveel geraakt worden. Ieder heeft zijn grenzen daarin, en moet daarin ook voor zichzelf zorgen. We noemen het, met een mooi woord, draagkracht. En in sommige fasen van je leven, of in sommige situaties heb je die draagkracht niet…

Daarom is het goed dat in een beschaafde maatschappij  zorg en hulp niet overgelaten worden aan de keuze van het moment, maar georganiseerd en toevertrouwd aan een heleboel mensen die er hun beroep van maken, en de middelen hebben om efficiënt te zorgen. Zo werkt ons geneeskundig systeem, en wij betalen allemaal voor, omdat we er allemaal ooit op zullen moeten rekenen.

De barmhartige Samaritaan

Een ets van Rembrandt

Zo doodnormaal zou die gedeelde zorg moeten zijn, lijkt ook Rembrandt te willen zeggen in volgende ets. Zo normaal als de bediende die de gewonde optilt en binnen brengt terwijl de Samaritaan al bezig is te betalen, zo normaal als de vrouw die water put en zelfs niet opkijkt, zo normaal als de hond die vooraan zijn kakske doet… 

 

Käte Kollwitz

Een van de meest ontroerende afbeeldingen van samaritaanse hulp is voor mij een houtsnede van Käte Kollwitz, Duitse kunstenares, die haar zoon verloor in de Grote Oorlog. Van haar is het treurend ouderpaar op het Duitse oorlogskerkhof in Vladslo bekend. Hier sluiten vrouwen een kring rond elkaar om elkaar te dragen in het grote verlies dat hen allen treft. De grote solidariteit van vrouwen. De grote omarming van vrouwen…

De foto waarin de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern moslimmoeders omarmt die hun man of zoon verloren in een gruwelijkse terroristische aanslag spiegelt Kollwitz’ werk. Het gebaar grijpt aan.

Bekijk de video > klik hier
Of misschien interesseert deze overweging over de profetische kracht van zorg jou ook? KLIK DAN HIER

Wat sprak je aan? Wil je iets delen met de online community? Voeg hieronder je commentaar toe.

Guido Vanhercke

Guido Vanhercke

Bekijk alle berichten

6 commentaren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  • Ik vind het wel grappig om te lezen: je reactie is in afwachting van moderatie. Wat moet ik me daarbij voorstellen? Naar welke commissie gaat het bericht dan? Moderatie lijkt op moderato wat ‘gematigd’ betekent. Maar de teksten zijn mateloos. Dus moderatie lijkt me dan wat vreemd. Moderatie lijkt ook op modulatie. Dat is een verandering van toonsoort in de muziek. Misschien past dit woordje dan wel, want in je commentaar kan je vrij ‘moduleren’, toch?

    • Naar de auteur van de tekst, Brigitte. Om ongewenste reacties te vermijden, zeker, je moet die sociale media toch een beetje wantrouwen. En ik was idd was laat in mijn goedkeuring, dat geef ik toe ;-), toch geplaatst tegenover jouw ongeduld ;-))) Maar het levert wel het mooie begrip modulatie op, alle toonsoorten/mensen die met elkaar in gesprek gaan. Mijn toonsoort nu is: glimlachend, verrast-blij door je woordspel, goesting op nog wat ironie, en altijd content dat ik met jou mag babbelen…

  • deze zin treft me vooral: ‘Iemand helpen kan maar als er een grote opstoot van vertrouwen is, een overgave aan een ander, een achterlaten van jezelf, en alle mogelijke bedenkingen rond jezelf. ‘ Het is wat ik vaak denk als ik een bedelaar voorbij kom. ‘ik heb nu geen tijd’, of ‘ik heb niets bij me.’ ‘mijn wedde is ook niet riant.’ Er zijn altijd excuses. of ‘Bedelaars zijn niet betrouwbaar’. Het zijn dus ook bedenkingen vanuit de maatschappij die we moeten achterlaten. Het helpen gebeurt inderdaad vanuit een grote opstoot. Ik heb in mijn leven soms zotte dingen gedaan om iemand te helpen maar voor degene die de hulp ontving was het onvergetelijk omdat zo ongewoon. Een onbekende helpen betekent risico’s nemen. Durven springen. De angst voorbij. Die opstoot, dat vertrouwen, die overgave. Dat is het . Dank je Guido

    • Dank je, Brigitte. Je hebt als mens niet altijd je reactie in de hand, maar die priester en leviet hadden ook op hun stappen kunnen terugkeren… En wat je schrijft over het onvergetelijke voor wie door jouw zotte dingen werd aangeraakt, dat is ook een argument dat ik zal onthouden: denken vanuit wie iets krijgt… Een vriendin zag op een uitgaansavond een jongeman verloren in een portiek, sprak hem aan, bleek die jongeman serieus donker bezig te zijn in zijn hoofd, was weggelopen van huis en durfde niet terugkeren, en zij is met hem all the way naar huis gegaan, tot aan de voordeur waar de overweldigde ouders opendeden. Een vriend uit dat uitgaansclubje is op zijn beurt haar all the way gevolgd op afstand, mocht haar (in haar zotte bui) toch iets overkomen…
      En zo zijn we samaritaan voor elkaar.

  • Heldere, herkenbare uitleg van Guido, bij dit verhaal van de barmhartige Samaritaan.
    Mooi ook dat Guido uitlegt waarom mensen soms niet kunnen helpen: angst , gebrek aan draagkracht ….ook regels en structuren verhinderen soms efficiënte hulp …. ook in de professionele georganiseerde zorg…..
    Zie de aanroei van de wachtlijsten , het gebrek aan personeel om de nodige tijd en aandacht te besteden aan de mens in nood , zoals soms en steeds meer gebeurt op de spoed.
    Maar soms denk ik ( misschien te streng? ) dat als je echt wil helpen er geen excuses zijn.
    Maar je moet natuurlijk willen. Al is het maar door bijkomende hulp in te roepen … of manke structuren en regels aan te klagen.

    • Nee, niet te streng, Olga. Als je echt wil helpen zijn er geen excuses, je hebt gelijk.

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required