Hoe vinden we de tuin van Eden terug?

Hoe leren we de wereld weer te zien als een tuin, hoe leren we de wereld weer te zien als een wonderlijke gegevenheid, hoe leren we erdoor te wandelen met open ogen en oren? Hoe leren we weer kijken als kinderen die pas in die tuin zijn gezet en alles ontdekken?

Eerst zal ik een kader scheppen. Ik ga daarvoor te rade bij Ton Lemaire in zijn boek Met open zinnen.

Kleur, smaak, geur, klank

We zijn de tuin vergeten omdat in het westen de twee belangrijkste visies op de werkelijkheid er geen aandacht voor hadden. De moderne natuurwetenschappen hebben zich vooral geconcentreerd op het meten en begrijpen van de primaire kenmerken van de ervaring: vorm, aantal, beweging, grootte. Daardoor was er veel minder aandacht voor de secundaire kenmerken van de ervaring als kleur, smaak, geur, klank. Die werden beschouwd als te persoonlijk, te subjectief.
Vanuit het spirituele zoals de godsdiensten dat beleefden, lag de klemtoon vooral op het innerlijke, geestelijke leven. De zintuiglijke werkelijkheid was dan slechts de oppervlakte, daaronder lag de echt belangrijke, want getranscendeerde, hogere werkelijkheid.

En vaak stonden die twee nog tegenover elkaar. Onze tijd begint gelukkig te begrijpen dat die tegenstelling niet nodig is: als we willen begrijpen hoe we bestaan, kijken we natuurwetenschappelijk; als we willen weten waarom we bestaan, kijken we spiritueel.

Maar daarmee hebben we de aarde als tuin nog niet terug

Daarvoor moeten we weer aandacht en zingeving toekennen aan onze zintuigen. Wat we zien en horen en voelen en proeven en ruiken leert ons zoveel fundamenteels. Dat alles wat bestaat een wonder van gegevenheid is. Dat alles wat bestaat dat ook weet, en wil dat het gezien wordt. Dat alles wat bestaat tegelijk zijn broosheid voelt, zijn voorlopigheid, en de verlorenheid van eerst te mogen bestaan en dan weer niet meer… Dat veel meer dan afgescheiden wij verbonden zijn met elkaar. Dat wij door elkaar lopen, al dat andere bestaan in en door ons voelen vloeien. Dat wij het vreselijk kunnen missen en wanhopig kunnen worden bij tegenwerking. Kortom, dat ons leven al het andere zo veel en zo dichtbij nodig heeft, op een manier die onvoldoende verklaard wordt door kennis van wetenschap of door het buiten ons te plaatsen.

De merel en ik

Ik geef een voorbeeld uit die tuin: het zingen van vogels. Je hoort wel beweren dat die ongelooflijke vogelzang eigenlijk alleen maar biologisch bedoeld is, als afbakening van territorium bijvoorbeeld, of om een maatje te zoeken.
Maar waarom zou vogelzang niet ook zelfexpressie zijn, het vieren van het leven in muziek? Muziek is leven dat stroomt en in die beweging genot en schoonheid zoekt. Waarom zou ook zo’n klein vogeltje dat niet kunnen voelen? Het heeft toch ook zintuigen en bewustzijn, en het heeft een keel om stil bij te worden, bijvoorbeeld als het avond wordt en de merel op het dak van mijn buurman al die koele groeiende duisternis lijkt op te drinken. Als ik dat hoor, dan delen merel en ik dezelfde koelte, hetzelfde wiegen van de tijd, misschien zelfs eenzelfde verwondering.

En we delen nog meer. We delen het besef dat tussen ons geen afgrond is, geen afscheiding, maar dat hetzelfde zichtbare, vloeibare, kostbare bestaan overloopt zoals het wil, dat het in maar niet van ons is, en dat we enkel dankbaar kunnen zijn.

Gedeelde levenskracht

Zolang we levenskracht beschouwen als een privébezit, zullen we blijven verloren lopen. Maar gedeelde levenskracht, die kan bergen verzetten, dat weten we, dat is ons geleerd, dat is zelfs beloofd. Laten we opnieuw de nederigheid leren om het levensmysterie te kunnen krijgen. In het gelaat dat we ontmoeten, in de boom die zo formidabel boom is, in het kind dat uit het niets geboren wordt, in het probleem dat we samen oplossen, in het lied dat we samen zingen, in de woorden die we delen. Leren krijgen is veel belangrijker dan leren geven… Deze aardse tuin die ons gegeven wordt, is waarlijk goddelijk, maakt en draagt ons en zoveel dat ook mag bestaan, en we kunnen met en in deze grote tuin enkel overleven in een soort diepe, mooie, respectvolle nederige aandacht…

Dominicus Gent

Dominicus Gent

Bekijk alle berichten

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required