Geen mirakelman

Geloven of niet geloven?

Maakt het een verschil of je al dan niet gelooft? Voor sommigen is dat zelfs geen vraag! Het maakt àlle verschil. Geloof betekent toch vertrouwen in de geborgenheid van iets of iemand die ons te boven gaat. Het biedt bescherming tegen de weerbarstigheid van het leven. Geloof is vertrouwen in een uiteindelijke goede afloop van deze wereld, ondanks alle negativiteit die haar kenmerkt. Het betekent dat niet alles “over en uit” is wanneer ons leven afgelopen is. Een gelovige vertrouwt er op thuis te komen bij God, en dat niet alleen voor zichzelf maar voor de hele menselijke geschiedenis.

Een geschiedenis van gerechtigheid en vrede

Is dat niet opvallend gelijkend op de houding van een “niet-gelovige”? Hij/zij zoekt weliswaar geen geborgenheid in een bovennatuurlijk wezen, maar heeft op een eigen manier besef van transcendentie. Ook hij/zij weet zich deel van een groter geheel. Gelovig of niet: de medemens heeft een onaantastbare betekenis en verdient alle respect. Zij delen hun verantwoordelijkheid voor een betere wereld als een vanzelfsprekendheid. Ook het levenseinde is niet absoluut. De zorg voor kinderen, kleinkinderen, en komende nageslachten gaat ieder ter harte. Samen zetten we ons in voor een geschiedenis van gerechtigheid en vrede.

Dezelfde uitdagingen

Hoe dan ook, welke filosofie, religie of ideologie mensen ook aanhangen, we hebben vooral veel met elkaar gemeen. We staan in deze wereld voor dezelfde uitdagingen. We vinden evenveel vreugde aan zoveel moois dat ons omringt en waarvoor we dankbaar zijn. We zijn even droevig om al het geweld en leed dat mensen wordt aangedaan. En we hebben onze eigen verhalen die ons helpen ons leven vorm te geven.

Jezus: mens ten voeten uit

Ik probeer te vertellen hoe de christelijke traditie mij helpt als gelovige te leven. Centraal staat de figuur van Jezus van Nazareth. Zijn betekenis heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt: van Jezus als halfgod tot Jezus als compagnon de route. Deze doorslaggevende verschuiving is in gang gezet door de Anglicaanse bisschop Robinson met zijn boek “Honest to God” in 1963. De bovennatuurlijke status die Jezus als zoon van God werd toegezegd maakt een verschuiving mee in de richting van zijn “menselijkheid tout court”. Jezus: mens ten voeten uit. En toch uniek. Jezus wordt namelijk beleden als zichtbare, tastbare presentie van God in de geschiedenis. Het betekent in de beleving van gelovigen meteen een ingrijpende verschuiving in het godsbeeld. God is niet langer een zelfstandige entiteit behorend in een andere wereld. Het is in Jezus’ leven en optreden dat we God aan het werk zien.

Aanbidding of navolging?

Het betekent een grondige verschuiving in de geloofsbeleving. De god die almachtig en alwetend werd geacht dient de plaats te ruimen voor Jezus van Nazareth. Hij is een kompas voor ons leven. Jezus vraagt geen aanbidding. Hij vraagt navolging. We leren hem kennen als kind van joodse ouders, ingewijd in de Thora. Volwassen geworden blijkt hij die Thora op een heel persoonlijke manier te begrijpen en te beleven. Hij is de vriend van arme en radeloze mensen, van zieken en gediscrimineerden.  Hij beschikt niet over bovenmenselijke eigenschappen maar heeft een profetische allure. Zijn verkondiging luidt dat het rijk Gods nakende is. Daarvoor wil hij mensen warm maken. Hij heeft het daarover in zijn parabels, verhalen uit het leven gegrepen, die bewust maken van de keuze waar mensen voor staan. Hij doet het niet eisend. Integendeel “Komt allen tot mij die belast en beladen zijn”, zegt hij. Hij wil mensen nabij zijn.

Geen mirakelman

De verhalen over zijn optreden worden rond verteld. Ze spreken van genezingen allerhande,  van opwekkingen van doden, het beheersen van de natuurelementen het uitdrijven van boze geesten. Maar hij verricht geen mirakels. Hij wordt wél ervaren als iemand van wie een bijzondere kracht uitgaat. Hij heeft een uitstraling die mensen beïnvloedt en tot nieuwe inzichten brengt.

Wonder of mirakel?

Toch zijn beelden van vroeger tot op heden bij sommige mensen blijven hangen. Ze houden het bij zijn bovenmenselijke gestalte als Zoon van God. Hun geloofsbeleving is hierdoor ook gekleurd. De wonderverhalen die in het evangelie geschreven staan begrijpen ze als “mirakel”. Dat betekent dat de natuurlijke orde op een onverklaarbare wijze doorbroken wordt. Zoals bij een plotse en onverklaarbare genezing het geval is.  Dit geloof in mirakels kent een lange geschiedenis. Bijzondere krachten worden toegekend aan Onze Lieve Vrouw die als middelares optreedt ten voordele van mensen in miserie. Bedevaarders gaan nog steeds naar bijzondere plaatsen om te bidden om genezing of bevrijding uit uitzichtloze situaties.

Jezus is geen mirakelman

Jezus brengt geen plotse omwenteling in deze wereld. Hij is geen tovenaar, geen mirakelman. Hij gelooft wel in de mogelijkheid van een nieuw begin. En het is zijn hoop dat hij mensen hiervoor kan enthousiasmeren. Wanneer mensen hieraan meedoen, wanneer ze kiezen voor gerechtigheid en liefde en aandacht voor arme en kleine mensen groeit een nieuw vertrouwen. Er kan iets nieuws gebeuren. Mensen die zich hieraan toevertrouwen mogen spreken van een klein wonder. Er gebeurt niets wereldschokkend, maar dat mensen zoveel liefde en begrip en samenhorigheid kunnen opbrengen: dat is een wonder. In die “nieuwe wereld” gelooft Jezus. Hij draagt haar. Zij betekent het begin van een nieuwe toekomst.

Wat voor teken kunt gij laten zien?

Wie hiervan harde bewijzen wil hebben zal ontgoocheld zijn. Het blijkt reeds uit de reacties tijdens Jezus’ optreden. Van een Messiaanse gestalte mag men wat meer verwachten. “Wat voor teken kunt ge laten zien?” vragen mensen. Ze willen een teken zien als bewijs van zijn zending van Godswege. “Wat voor teken kunt gij laten zien!” Ze hebben het klaarblijkelijk over een of ander spektakelstuk dat moet dienen als bewijs. Het valt op dat de term “mirakel” niet voorkomt waar het gaat over Jezus’ activiteit. Er wordt integendeel van hem verteld dat zijn optreden verwondering wekt, dat er een kracht van hem uitgaat die bij mensen verandering bewerkt. Ook bij mensen die kil en chagrijnig waren geworden. Jezus wil hen nabij zijn. Hij ziet en hoort hen.

Een broodvermenigvuldiging

Het wordt mooi geïllustreerd in het verhaal over de zogeheten wonderbare broodvermenigvuldiging. Het verhaal gaat dat een menigte zich rond Jezus verzameld heeft om te luisteren naar zijn prediking. Mensen luisteren geboeid en vergeten de tijd. Wanneer het avond geworden is, dringt het tot de leerlingen van Jezus door dat er een probleem is. Er is geen eten voorzien en de buurt is verlaten. Hoe moet dan verder?! Jezus  geeft zijn leerlingen de opdracht “geven jullie hen te eten”. Jezus geeft hen de opdracht wat hén te doen staat: zorgen dat het brood gedeeld wordt.

Geen mirakel dus. Jezus maakt wel duidelijk dat mensen hun leven op een nieuwe manier kunnen organiseren. Vanuit het bewustzijn dat délen de enige toekomst is voor de mens. Er is geen mirakelbrood. Er is een heel ander wonder. Het wonder dat het brood gedeeld wordt. Dat iedereen ruim voldoende te eten krijgt en dat er zelfs een grote hoeveelheid overblijft.

Brood is er genoeg

Dat er ook vandaag stappen in die richting worden gezet is op zich al een wonder. Het evangelie biedt geen oplossing voor de vele problemen waardoor onze planeet bedreigd wordt. Volgelingen van Jezus kunnen zich aangesproken voelen als betrokken partij. Want brood is er genoeg, zuiver water ook, er is woonruimte genoeg, er zijn groenten en vruchten, en kleding en melk genoeg. Noem het maar. Moeder aarde is gul en schenkt de mogelijkheid om ieder mens waardig te laten leven.

Het goddelijke midden onder ons

De verhalen die we horen in de evangelies vertellen over Jezus’ activiteit. Daarin vertellen ze meteen ook over God. Het goddelijke is midden onder ons. Het kan ervaren worden in de drang naar ommekeer en het vertrouwen dat we met elkaar delen. In het bewustzijn dat we aan elkaar zijn toevertrouwd. Door mensen die zorg dragen voor elkaar, die zorg dragen voor de aarde, die bereid zijn te delen. Ongeacht de filosofie of ideologie die mensen ook voorstaan, we delen de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het menselijk geluk waar we kunnen en voor de heelheid van onze planeet ten behoeve van allen, vandaag en in de toekomst.

Ignace D’hert o.p. 15/09/2024

Ignace D'hert

Ignace D'hert

Bekijk alle berichten

1 commentaar

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required