Het risico van de liefde

Kan je van het leven blijven houden?

In de tuin van het leven bloeien niet alleen welriekende rozen: “I never promised you a rosegarden”. Zoals elke levenskunst is liefde heel simpel en heel moeilijk tegelijk. Ons leven lang kunnen we erin bijleren.

Kan je van het leven blijven houden als je ernstig ziek wordt, je inkomen verliest of als het kind dat je kreeg in een stom ongeval om het leven komt? In plaats van dankbaarheid en verwondering komen dan makkelijk frustratie en boosheid.

Kan de liefde van één kant komen?

En in onze verhouding met anderen rekenen we op een evenwicht tussen geven en ontvangen. “De liefde kan niet van één kant komen,” zeggen we. Inderdaad kan liefde best gedijen als er een rechtvaardige balans is tussen mensen. Onze afspraken, contracten en wetten streven naar die ‘rechtvaardige’ wederkerigheid. Dat is een weldaad voor alle betrokkenen.  Maar kan je een ander vertrouwen als hij niets voor jou terugdoet? Worden we het niet snel beu te geven zonder iets terug te krijgen? Wordt liefde dan niet onmogelijk?

Met die vragen komen we op een terrein waar liefde als een min of meer spontane, empathische gemoedsbeweging ophoudt. De ‘gemakkelijke’ liefde is dan uitgeblust. Heel pijnlijk is dat. Het is zwaar om dragen als (een) belangrijke andere(n) ons niet meer zie(t)n staan of ons belet(ten) erbij te horen. Want allemaal hebben we een onuitroeibare behoefte aan erkenning, aan koestering, zeg maar.

Roepen om aandacht, klagen en vleien

Die behoeftigheid en die hang naar erkenning lokken ons misschien in een bos vol valkuilen. Een eerste valkuil is verleidingstechnieken uit onze kindertijd recycleren: ons in de kijker werken, roepen om aandacht, klagen, vleien. Alsof liefde ons in de schoot zal vallen als we aantrekkelijk genoeg zijn, of ons onmisbaar maken, of als we blijven jengelen. Als het niet lukt om ons isolement te doorbreken is nog waardering te koop op de markt van de pseudoliefde: succes en aanzien, macht en/of geld, roesmiddelen, seks.

Het is een levensgroot en tragisch misverstand te geloven dat we liefde van anderen kunnen afdwingen. Aan iemand zeggen: “Bemin mij!” is een onuitvoerbaar, want contradictorisch bevel.

De angst om lief te hebben

Er is een tweede valkuil, en misschien is dat wel de grootste vijand van de liefde. Dat is de angst om lief te hebben. Het is de angst voor overgave aan een ander mens of aan een nieuwe situatie. Het is de angst opgeslokt te worden, zichzelf te verliezen, zichzelf niet meer te zijn. Het is de afkeer voor een “samen” dat mezelf zou uitwissen. In onze tijd neemt de drang naar autonomie soms narcistische trekjes aan. Nogal wat mensen zijn vandaag bang zich te binden aan een zaak die verder reikt dan hun eigen ik. Bindingsangst maakt overgave heel moeilijk, of onmogelijk. Wie alleen berekent wat hij terug wil, vergeet allicht te investeren.

Een ander in zijn vrijheid laten en toch een appèl zijn voor hem of haar is levenskunst, nabij zijn en afstand houden, op het terrein van de ander komen zonder het te bezetten, het is hechting en onthechting.

Er zijn geen geboden belangrijker dan deze twee

En we moeten het toegeven: waar spontane dankbaarheid en wederkerigheid zoek zijn, moet liefde op een spiritueel fundament kunnen rusten.  Dan komt het moment om lief te hebben zoals wordt uitgedrukt in het centrale joodse gebed Sjema Israel: “Luister, Israël. De Heer, onze God, is de enige; heb de Heer uw God lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het tweede is dit: “Heb uw naaste lief als u zelf.” “Er zijn geen geboden belangrijker dan deze twee” Mc. 12, 29-31.

Liefde is daar geen spontaan opwellende emotie, geen louter empathie meer. Ze kleurt heel ons bestaan, ze is het basso continuo waarop verstand en wil en kracht en betrokkenheid zijn afgestemd. Ze steunt op inzicht en vastberadenheid, ze is daadkrachtig èn geweldloos. Deze liefde durft ook weerloos en kwetsbaar zijn. Haar macht gebruikt ze niet om te dwingen. En ze maakt zich niet afhankelijk van wederliefde of succes. Ook in de mislukking blijft ze, ongebroken, rechtop staan.

“God is Liefde” zeggen we Johannes na

Het betekent dat heel onze Werkelijkheid een mysterie van liefde is. Deze wordende wereld, het heelal en de mensen zijn de expressie van goddelijke liefde. We geloven dat Jezus van Nazareth de menselijke gestalte is van die Liefde, we geloven dat ook ons bestaan een kiem van Liefde is. Daarom is ons leven pure gave, een geschonken overvloed waarvan we aan anderen mee kunnen delen. Liefde betekent in Gods scheppende levensstroom gaan staan. Die bron vermindert niet door ervan te drinken. Deze liefde is kracht en zelfvertrouwen, overvloed aan leven, ze bruist van vreugde en van vrije scheppingsdrang.

Liefde is overvloed aan leven

Dit is tegelijk diepe ernst en blije verrukking. Als deze liefde ons overkomt, weten we: hier komt het leven tot vervulling; hier kunnen we niet anders dan “ja” en “amen” zeggen, zo is het goed! En in het beamen en bevestigen van ons bestaan met elkaar is God zelf aanwezig.

Dominicus Gent

Dominicus Gent

Bekijk alle berichten

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required