Terwijl God de vogels schept heeft hij de mens in gedachte
In het dertiende-eeuwse noordportaal van de kathedraal van Chartres vinden we ontroerende beelden over de schepping. Eén van die beelden ziet u hier. Men zet daar meestal bij: Dieu, créant les oiseaux, voit Adam dans sa pensée. Terwijl God de vogels schept heeft hij de mens in gedachte. Daar zijn prachtige commentaren over geschreven vanuit het middeleeuwse denken, maar hier in deze meditatie over het zien, wil ik gewoon kijken en jullie deelachtig maken aan datgene waardoor ik geraakt word.
De mens naast Hem
De scheppende God (hier afgebeeld als een liefdevolle Christus – want God zelf mocht men niet afbeelden) heeft Adam de mens naast zich als zijn gedachte. Hij ziet in gedachte de mens en schept daardoor de mens. Naast het mededogende zien, is er het scheppende zien. Zien is scheppen. Je ziet, je fantaseert wat nog niet is en dat gefantaseerde is al een nieuwe schepping. Kijk eens hoe de beeldhouwer erin slaagt om – in steen nota bene – een intimiteit te scheppen tussen God en zijn fantasie, tussen God en mens. Intimiteit zeg ik, géén eenwording, géén fusie. Elk blijft zichzelf. Pure genegenheid waarin de lichamen van God en mens elkaar raken, elkaar nabij zijn. Een tederheid zonder weerga.
Zoals in dit prachtgedicht van Johanna Kruit:
Heel lang geleden heb ik jou bedacht
zo had ik altijd iets waar ik naartoe kon leven
en toen jij zei: hier ben ik, was ik niet verbaasd
je was precies zoals ik had verwacht
maar nu pas weet ik dat ik je niet verzonnen heb.
Fantaseren uit liefde
Moeten wij niet opnieuw leren fantaseren uit liefde? Zien wat nog niet is? En de inhoud van onze gedachte, onze fantasie, ons visioen poëtisch vertolken voor elkaar, zoals de schrijver van het boek Openbaring het ons voordeed? En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. En ja, ik zie: de hemel trouwt met de aarde. Wij, wij samen zijn Gods bruid. Laten we ons mooi maken!
Maak me niet vleugellam
Dieu, créant les oiseaux, voit Adam dans sa pensée. Terwijl God de vogels schept heeft hij de mens in gedachte. Daar krijg ik kippenvel van, van Gods scheppende combine van mens en vogels. Vogels vliegen uit… vrij als een vogel in de lucht… Mensen vliegen uit… vrij als een mens op zijn tocht… Maak me niet vleugellam, span geen net om mij te vangen, maak geen lijmroede waarop mijn pootjes komen vast te zitten. Laat me bewegen, laat me je warmte voelen zodat ik de koude tocht aankan.