Een ‘Drievuldige’ uitdaging

Vroeg of laat staat de meester voor de akelige uitdaging: in de les godsdienst het mysterie van de goddelijke drie-eenheid overbrengen bij de leerlingen. In het geloof kan iets wat in de les rekenkunde onmogelijk is. Drie, gelijk aan één. De meester haalt drie lucifers tevoorschijn: “jullie zien het goed: drie lucifers”. Hij doet ze samen ontvlammen, en wat zie je: “één vlam”.

Drievuldigheid of Drieëenheid?

Het is niet eens zo gek als het misschien lijkt. Ik herinner me, in een heel andere context, een Protestantse predikant die in een oecumenisch gesprek zijn voorkeur uitsprak voor de term “Drievuldigheid” eerder dan “Drieëenheid”. Het doet naar zijn gevoel meer recht aan de vele wijzen waarop God werkzaam of ervaarbaar is dan het toch wel beperkend klinkende “Drieëenheid”.

Misschien geven beide anekdoten een kleine tip om vandaag ons geloof ter sprake te brengen. Eén God in drie personen zoals de kerkelijke leer ons voorhoudt is niet alleen onverstaanbaar, het is vooral overbodig. Inhoudsloos. Wat niet betekent dat mensen geen houvast zoeken of veiligheid en geborgenheid. Dat zoeken ze juist wél. Maar dat kan niet met een drie-ene god.

Een gedeelde droom

Mensen hebben vooral elkààr nodig om zich veilig en geborgen te voelen. Dat ervaren ze juist als één van de grote geschenken in hun leven. De eeuwen door hebben mensen inspiratie en vuur gevonden bij Jezus van Nazareth. Niet als de hemelse figuur zoals hij reeds vroeg in de geschiedenis werd voorgesteld: gezeten op een gouden troon als één van de drie goddelijke personen. Maar als een voorbeeld van de manier waarop hij samen met zijn vrienden de droom deelde die hij van thuis heeft meegekregen. Dat is de droom waar de profeten het reeds over hadden: dat het komen zou, die nieuwe tijd, het rijk Gods, en wel in hun eigen leven.

Vandaar ook de beelden die Jezus worden toegekend. Hij wordt het licht van de wereld genoemd, de goede herder, iemand die de weg wijst naar waarheid en naar een “leven in volheid”. Hij roept zijn vrienden op om op hun beurt in deze geest met mensen om te gaan.

Het vuur onder de as aanblazen

Hier staan we dan in een wereld die leeft van groei, geld en geweld. Het zijn de obsessies geworden van onze samenleving. Ze staan haaks op de evangelische waarden, en we weten dat we als enkeling en zelfs als groep nauwelijks iets hebben in te brengen. Het mag dan een magere troost zijn, maar het is er één: we staan er niet alleen voor. We weten ons gedragen door reisgenoten die samen het vuur brandend houden. Er is ook altijd wel iemand die recht staat om te zeggen waar het op staat. Altijd iemand die het vuur onder de as aanblaast.

Barmhartigheid wil ik, geen offers

De situatie zag er voor de vrienden van Jezus niet veel anders uit. Ook zij komen uit een wereld waar de feitelijke geloofspraktijk nauwelijks iets met het leven te maken had. Dat heeft Jezus op niet mis te verstane manier duidelijk gemaakt. En wel met een onmiskenbaar zelfvertrouwen. “Barmhartigheid wil ik, geen offers”: herinnerden ze zich. En hij was er inderdaad mee begonnen. Tot grote woede van de tempelelite. Het kon hem niet van zijn stuk brengen. Voor Petrus en zijn kompanen was het allesbehalve vanzelfsprekend. Eerder bevreemdend. En tegelijk uitdagend, ook voor henzelf.

Geloofsbeleving mag geen zinloze ballast zijn

Er is daarnaast ook nog de confrontatie met de hellenistische cultuur van die dagen. Ook dat is een uitdaging van formaat. Paulus heeft begrepen dat Jezus’ boodschap niet beperkt kan blijven tot het jodendom. Hoe tegendraads zijn optreden ook schijnt voor de wetsgetrouwe Petrus en de zijnen, hij breekt de grenzen van het jodendom open. Hij heeft die omslag trouwens in zijn eigen leven meegemaakt. Geloofsbeleving mag geen zinloze ballast zijn zoals Paulus het ervaren had. Hij trekt dus rond om het goede nieuws van Jezus te verkondigen “aan heel de wereld”. Het leidt tot spanningen met de “mensen van de Thora” die blijven vasthouden aan hun joodse gebruiken. Ze voelen hun identiteit in vraag gesteld. De doorbraak brengt zo zijn problemen met zich mee. En dat zal nog wel even duren.

Interpretaties over Jezus’ persoonlijkheid

Er zijn dus spanningen van verschillende kanten. In het geding is de betekenis van Jezus van Nazareth. Enerzijds dringt de vraag zich op waar hij zijn gezag vandaan haalt om op zijn manier met de thora om te gaan, anderzijds brengt de doorbraak naar de “volkeren” de noodzaak van een actualisering van die thora met zich mee. Er groeien verschillende interpretaties over Jezus’ persoonlijkheid. Sommigen noemen hem “Zoon van God”. Die term heeft echter een heel andere betekenis in de Griekstalige wereld dan in een joods midden. Ook zijn “geboorte uit een maagd” stoot op uiteenlopende betekenissen. Zo zijn er nog meer “vertalingen” te noemen die misverstanden kunnen oproepen. Het wordt een spannend evolutieproces. Vanaf de tweede eeuw begint zich de noodzaak van een zekere afbakening af te tekenen. En dat kan niet zonder een minimale organisatie.

Geen drie-ene God is in de Bijbel

Hoe kan de identiteit van Jezus geformuleerd worden? Van een drie-ene God is in de Bijbel niets te vinden. Op een officiële formulering dient gewacht te worden tot de vierde/vijfde eeuw. Dan pas wordt op papier gezet hoe God écht in elkaar zit. De discussies brengen nauwelijks gemoedsrust. Aanslepende meningsverschillen leiden tot een ingewikkeld theologisch gevecht onder toenmalige bisschoppen. De belijdenis van de unieke betekenis van Jezus is voor sommigen niet voldoende. Als gewone mens kan hij – hoe uitzonderlijk zijn persoonlijkheid ook is – geen redder zijn van de hele mensheid die met de erfzonde belast is. Enkel als goddelijke gestalte kon hij dat bewerkstelligen.

Nicea en Constantinopel

Het is duidelijk dat de gelovige van vandaag niet zomaar overweg kan met de formuleringen van de grote concilies van Nicea (325) en Constantinopel (380). Het is de geloofsbelijdenis die tot op heden onveranderd een plaats gekregen heeft in de officiële eucharistieviering. Bij nader toezicht blijkt het eerder om een filosofisch traktaat te gaan dan een geloofsbelijdenis. En dan wel een traktaat in Griekse filosofie. Wie de moeite neemt om de tekst even aandachtig te lezen komt algauw tot het besluit dat Jezus van Nazareth er als profetische gestalte nauwelijks in genoemd wordt. Deze tekst kan bezwaarlijk expressie van geloof genoemd worden. Het gaat om de formulering van het orthodox geloof op dat moment. Het is duidelijk dat het gaat om de christelijke leer die op het spel staat.

Een transcendente werkelijkheid binnen deze wereld

Misschien kan een enkele pretentieloze suggestie een tipje van de sluier wat opheffen. Als mens (hoe anders?) belichaamt Jezus een aanwezigheid die geborgenheid en veiligheid biedt. We hoeven God niet te zoeken als werkelijkheid buiten ons. Alleen de ervaring van ménsen vandààg kan een vruchtbare basis zijn om te spreken over de werkelijkheid die sommigen benoemen als “aanwezigheid” of als “transcendentie”. Christelijk geloof wordt gedragen door de unieke plaats die Jezus van Nazareth hierbij inneemt. Hij blijft tot op heden bron van inspiratie. Zijn levensvoorbeeld blijft mensen inspireren. Zo doen mensen de ervaring op van een werkelijkheid, een aanwezigheid in het leven van elke dag, in de vele facetten die het dagelijks leven rijk is. Op die manier kan het goddelijke beleefd worden als ervaring van een transcendente werkelijkheid binnen deze wereld.

Het veelvuldige ontdekken en ervaren

In die zin begrijp ik dan ook de protestantse broeder die het liever heeft over drievuldigheid dan drie-eenheid. Het kan de ogen openen voor de veelvuldige wijzen waarop we het goddelijke kunnen ontdekken en ervaren. De debatten op de grote concilies van de vierde en vijfde eeuw cirkelen rond de identiteit van Jezus. Hij is uniek maar sluit andere belichamingen van het goddelijke niet uit. “Integendeel. “Wie niet tegen mij is, is met mij” (Mc 9, 41). De symboliek van de triniteit is in haar formulering een poging om recht te doen aan de rijkdom van de werkelijkheid die we “goddelijk” noemen. Het gaat om een realiteit die ervaren wordt als leven gevend, als medelevend en als inspirerend. Anders gezegd: we danken ons leven dat we als een gave ontvangen; we ervaren Jezus als onze broeder, in wie het goddelijke op unieke wijze aan het licht treedt; en we begrijpen dat zijn geest ons leert dat in de liefde alles tot voltooiing komt. Inderdaad : één en hetzelfde vuur zoals de meester heeft geleerd.

Ignace D’hert o.p.
17/05/24

Ignace D'hert

Ignace D'hert

Bekijk alle berichten

1 commentaar

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  • Schitterende tekst!
    De verschillende wijzen waarop het goddelijke in de werkelijkheid kan ervaren worden:
    sterke uitleg bij de “drievuldigheid”. Werkelijk verrijkend voor ons vandaag!
    Dankjewel Ignace!

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required