Klein pamflet tegen de schepping
Het is oneerlijk dat een mens
zulke smalle duidelijke grenzen heeft
dat hij zo makkelijk opengesneden
zo makkelijk alles kwijt kan raken
Hij zou rond zijn lichaam nog
een groter lichaam moeten hebben,
dat de beul zwetend blijft proberen
om hem de dood in te jagen
En het lukt niet, telkens glipt
een lichaam weg in een ander
Ze raken niet op, want
ze schuilen in elkaar
als geliefden die van trouw
hun adem en hun hartslag
hebben gemaakt, ongrijpbaar
voor domme vernietiging
Maar nee, zo gaat het niet
Een lichaam heeft zulke dunne
wanden, en alle muziek en
alle betekenissen en de verre blik
ze vloeien weg door elke begin van
een scheur en geen ander lichaam
dat ze tegenhoudt, smeekt om
te komen schuilen, neen, zo alleen
Voeg commentaar toe