Over het bijbelse licht (tekstversie)

Over het bijbelse licht…
Wat een groot perspectief opent zich bij het begin van de Bijbel, in die eerste uitgesproken woorden: “Er moet licht zijn!”. Want wat is er? Woeste leegte is er, er is duisternis, niets dan afgrondelijke diepte.

En dan plots, een Stem. Iemand spreekt heel duidelijk het verlangen uit naar klaarheid, naar de mogelijkheid van een nieuw begin. De mogelijkheid dat de dingen kunnen en zullen veranderen. Iemand legt begin in de wereld.
Hoevelen hopen niet op een begin, hoevelen zijn er niet die smachten naar een ommekeer, die door die zorg uit de slaap worden gehouden. Maar er komt een antwoord, het verhaal spreekt het uit met veel overtuiging: “En er was licht!” Uit duisternis is opstaan mogelijk, chaos kan verkeren in orde, licht wint het van het donker, er is altijd een begin.

Szymborska

Hier wordt een oergeloof uitgesproken: dat het leven niet gemaakt is voor duistere pijn, maar voor het licht van telkens weer een nieuw begin. Er zijn tijden en ervaringen dat mensen hieraan twijfelen. Bij een depressie blijft elke deur die licht zou kunnen binnenlaten dicht, potdicht. In hongersnoden en oorlogen is het vechten om te overleven. Het leven kent zijn vele tegenslagen. Maar schrijft de Poolse nobelprijswinnares Szymborska: “Na elke oorlog is er altijd iemand die begint op te ruimen.” En niet toevallig heet dit gedicht: “Het begin”. Net zoals de allereerste woorden van de Bijbel: “In den beginne”. Alsof dit grote verzamelboek van soms tegenstrijdige verhalen en Godsbeelden wil zeggen: keer als je verder leest altijd weer terug naar dit begin. Daarover gaat het: over de mogelijkheid op licht, na catastrofes en deportatie, moord en doodslag, ontrouw en verraad. Dit is een boek over kunnen en mogen beginnen.

Gemaakt om geschapen en herschapen te worden

Elk begin is een kans. Elk begin tot leven heeft een sacrale grond. Dat is waar scheppen over gaat. Mensen zijn gemaakt om geschapen en herschapen te worden, elke keer opnieuw. Is er grotere belofte mogelijk…?

De hele Bijbel lang blijft dat beloofde licht stralen en wordt met grote poëtische kracht verwoord. Psalm 104 looft de Stem van de belofte: “Gij zijt gehuld in een mantel van licht. De hemel spant Gij als een tentzeil, op vleugelen van de wind vaart Gij”.

Psalm 37 belooft het elk mensenkind: “Je zal stralen als het licht in de ochtend, als de zon in de middag.” Want, zegt psalm 119: “Uw woorden zijn een lamp in het donker, als een licht in mijn leven.”
De zegenwens van Numeri 6 en van psalm 67 is ontroerend: “Moge het licht van uw gelaat over ons schijnen”.
De psalm gebruikt het oude woord “aanschijn”. Aanschijn betekent gelaat, maar dus ook een gelaat waar een schijn, een glans op ligt.

Toegewend, niet afgewend

En die warme glans is ons toegewend: de Stem die orde beloofde in de chaos, licht beloofde in de duisternis, nieuw leven beloofde waar alles doods was, die leven gevende Bron is ons toegewend. Niet afgewend. Toegewend, zoals we dat doen bij volle aandacht, uitnodigend en vrij.

Bekijk de video > KLIK HIER
Wat sprak je aan? Wil je iets delen met de online community? Voeg hieronder je commentaar toe.

Guido Vanhercke

Guido Vanhercke

Bekijk alle berichten

Voeg commentaar toe

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required