Bomen zingen

Meebewegen

Dat eeuwig bewegen van boomtakken en bladeren. Ze staan bijna nooit stil, omdat de lucht ook bijna nooit zonder wind is. Als dat al eens gebeurt, dan kijken mens en dier op en vragen zich af of er iets mis is. Dat bewegen, ik kan er niet alleen lang naar kijken, maar het helpt mij ook. De ene dag is bij mij ook niet gelijk aan de andere, ik moet ook meebewegen met de winden die mij aandoen…

Het gazon ziet er van af

Maar wat pijnlijk is: op het moment dat er wat meer inzicht in bomen lijkt te komen, worden ze massaal uitgeroeid op veel plekken in de wereld. Aan de ene kant bestsellers over de ondergronds gedeelde intelligentie van bomen, indrukwekkende romans als “Tot in de hemel” (Richard Powers), aan de andere kant Bolsonaro’s duizenden branden. De man die mijn bomen snoeide, zei deze zomer dat hij in zijn werk heel vaak agressie ziet tegen bomen (“het gazon ziet ervan af, zeggen ze”).

Boomstammen kraken

Ach bomen, ik leefde er dicht bij, toen ik klein was. Het zijn, letterlijk, de grootste levende wezens op aarde. Elk met zijn eigen zingen, zijn eigen jaarprogramma bloemen-bladeren-vruchten-nieuwe loten, zijn eigen traagheid, zijn eigen standvastigheid. En vanuit dat staan de lucht in, zo hoog mogelijk. Het lijkt niet te kunnen, en toch doen ze het. Vandaar dat het mij zo raakt als ik boomstammen hoor kraken.

Kraken als klank

Niet kraken in de betekenis van breken, maar kraken als geluid, dat je de innerlijke spanning hoort in die boomcellen, om recht te blijven in heviger wind. Vaak, toen ik klein was, heb ik de bomen rond het huis horen kraken. Ik lag in mijn bed, het was donker, de wind loeide door de gang naar de achterdeur, tocht schoof onaangekondigd de kamer binnen, en daartussen die sterke wezens rond het huis, krakend in hun bast…

Guido Vanhercke

Guido Vanhercke

Bekijk alle berichten

Voeg commentaar toe

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required