Over gedragen worden

De genezing van de lamme.

Toen hij enkele dagen later terugkwam in Kafarnaüm, werd bekend dat hij weer thuis was. Er stroomden zo veel mensen toe dat er zelfs voor de deur geen plaats meer was, en hij verkondigde hun de heilsboodschap. Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die door vier mensen gedragen werd. Omdat ze zich niet door de menigte konden wringen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de plaats waar Jezus zat, en toen ze een opening hadden gemaakt, lieten ze de verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken. Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’

Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf: Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven! Jezus had meteen door wat ze dachten en dus zei hij: ‘Waarom denkt u zoiets? Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: “Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op, pak uw bed en loop”? Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei hij tegen de verlamde: ‘Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stonden versteld en loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze.

Marcus 2, 1-5

Beweging en verlamming

Een knap stukje vertelkunst, waar je de dynamiek als het ware aan den lijve voelt en dat tegelijk gaat over het vastzitten, het verlamd zijn op meer dan één gebied. De succesvolle Jezus komt terug in Kafarnaüm, is daar blijkbaar thuis, zo staat te lezen. De mensen horen dat en er is zo’n grote volkstoeloop dat de massa ook ver buiten dat huis van Jezus staat te drummen. Eén en al beweging, er komt steeds meer volk die tot bij hem wil geraken. En in die beweging plots het contrast van een verlamde man. Een geparalyseerde. Hij ligt plat, gekluisterd aan zijn bed. Maar zelf er niet toe in staat, wordt de man in zijn verlamde positie in beweging gebracht om tot bij Jezus te komen.

Door vier man gedragen

Hij wordt door vier man gedragen, via de buitentrap van het huis naar het dak. Men maakt een gat in het dak van stokken en leem en laat de verlamde met bed en al zakken tot juist voor Jezus. In enkele ontroerende zinnen wordt hier beschreven hoe mensen bewogen worden door de verlamming, het vastzitten van een medemens, en hoe ze zich samen in beweging zetten om die medemens op de eerste plaats letterlijk over de moeilijkheden heen [over de hoofden van de omstaanders die in de weg staan] te dragen om hem ten slotte dichter bij zijn los-making, zijn ver-los-sing te brengen.

Wie is die lamme?

We weten het niet. Hij wordt niet bij name genoemd. Hij staat, of liever hij ligt, voor allen die niet meer zelf-standig zijn. Zelf niet meer kunnen staan. Geblokkeerd zijn in hun fysieke bewegingsruimte, door verlamming bij een ongeval of bij het geraakt worden aan het hart of de hersenen. En door die fysieke onmacht ook psychisch geblokkeerd zijn. Hij is ook symbool voor al wie vastzit in blokkades van een gedragspatroon, een mislukte relatie, een ruzie, het besef nooit begrepen te worden, pesterij, machtsmisbruik; voor al wie vastzit in onmacht. Maar nog het meest gebruikt Marcus de lamme in zijn verhaal als een symbool van de mens die geparalyseerd is door zijn zonden.

Verlamd en geblokkeerd

Zonde: wat een delicaat en moeilijk begrip. Het gaat niet alleen over daden of woorden, wat ik verkeerd heb gedaan of gezegd, of wat ik heb nagelaten – en waar ik door mijn geweten op word gewezen. Het betreft ook een innerlijke houding die bepaald wordt door een angstig zelfbehoud ten nadele van het behoud van de ander. Of door een tekort aan gezonde eigenliefde. Vormen van een afgesneden-zijn van de goddelijke bron van mijn bestaan.

Ik kan, door mijn opvoeding of mijn angstige aard of een wettische ingesteldheid, zo verstrikt raken, zo vast komen te zitten, zo blijven staan bij het verleden, zo blijven piekeren in mezelf, dat ik dat ‘zelf’ totaal blokkeer, verlam. Alleen als ik toelaat dat iemand mijn beklemming losmaakt, kan ik weer leven. Alleen als wij erop vertrouwen dat wij elkaar in beweging kunnen krijgen, zitten we niet langer vast. Want een mens schrijf je tot leven, kus je tot leven, spreek je tot leven, raak je aan tot leven…

Levengevend losmaken

De eerste christenen laten ons vandaag, bij monde van Marcus, hun visie kennen over dat levengevend losmaken. Verhalenderwijs mogen wij delen in hun geloof. Laten we nog even naar het verhaal zelf gaan. De lamme is neergelaten aan de voeten van Jezus. En dan staat er in de tekst: “Bij het zien van hún vertrouwen (dus van de dragers) zei Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’

Het vertrouwen van de dragers

Het vertrouwen van de dragers zet dus de losmaking in beweging. Die wordt verder gezet door de aanzegging dat de lamme niet zomaar een van de velen is, maar dat hij hier en nu Jezus’ vriend is, gekend en gezien en gerespecteerd als die ene. En de losmaking bereikt tenslotte de innerlijke kern van de lamme door Jezus’ woord: uw zonden worden u vergeven. Niet: ik vergeef uw zonden. Neen, achter het passivum staat de naam van God.

De diepste goddelijke kern

Op het einde staat dan ook niet: de mensen bedankten Jezus, maar wel de mensen verheerlijkten God. Jezus lastert God niet, hij verkondigt in zijn omgang met de medemens een vergevende God. Eigenlijk geeft Jezus de diepste goddelijke kern aan elke mens terug. Niet de God die schriftgeleerden en religieuze specialisten van allerlei pluimage voor hun kar spannen. Wel een God die ons leed en onze onmacht mee beleeft en begrijpt, en daar telkens klaar staat om ons opnieuw in beweging te zetten als wij onszelf vastgereden hebben in onmacht, schuldbesef en verdriet.

Niet gemaakt om verlamd te zijn

Ook wij mogen in ons handelen die goddelijke kern in elkaar opwekken en elkaar losmaken. Daartoe heeft God ons gemaakt. Niet gemaakt om vast te zijn, verlamd, verloren, maar gemaakt om te bewegen en bewogen te worden, zelfs al kunnen we het zelf niet meer. We brengen onze Schepper de schoonste eer als we die beweging weer bereiken, weer krijgen, weer kunnen geven.

Dominicus Gent

Dominicus Gent

Bekijk alle berichten

Voeg commentaar toe

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required