Over wat groter is (5)

Wat mensen ook ten diepste bindt, is een besef van tragiek, niet alleen individueel, maar ook als maatschappij. De Grieken vonden er ooit een woord voor, maar we herkennen het allemaal: hoe onrechtvaardig het leven voor veel mensen kan zijn. En des te onrechtvaardiger, als wie geraakt wordt, jong is bijvoorbeeld, of een goed mens. Dat dictators omvallen deert ons zo niet, maar het lot moet van kinderen afblijven.

Ik las in de klas Klinkaart, een novelle van Piet van Aken, over de verkrachting, op het einde van haar eerste werkdag in de steenbakkerij van de Rupelstreek, van een meisje van 11, door de baas van de fabriek. Ius primae noctis. En hoe iedereen rond haar dat wist, maar totaal verlamd de gruwel mee onderging, er geen woorden, laat staan daden voor had. Dan eindig je zo’n klassikale lectuur met de vraag: hoe raken mensen uit die collectieve verlamming? Toch is het gebeurd, de stakingen zijn er gekomen, het verbod op kinderarbeid ook, de wetten tegen verkrachting. Is alles opgelost? Nee, maar er is tenminste beweging in de juiste richting, er is geen verlamming. Dat is wat Me-too beoogt, en de vrouwen van Iran: dat er geen verlamming meer is…

Gevoel voor tragiek is een formidabele motor voor menselijk handelen. Denken is ook handelen. De Verlichting stelde ratio voorop. Maar ratio is maar een middel, het doel is iets te kunnen doen aan wat in se tragisch is. Zoals verbeelding een middel is. Kunstenaars vechten zij aan zij met activisten tegen dezelfde dictators, ik hoorde het Brigitte Herremans onlangs vertellen over Syrische kunstenaars. Gevoel voor het tragische komt zo dicht bij ons eigen aanvoelen van de broosheid van bestaan, dat we er als vanzelf een enorme moed uit putten. Anders bleven de verpleegkundigen en dokters niet verder werken in de gebombardeerde klinieken. Anders was er niet die vreugde, als weer een klas kinderen een jaar groter en sterker is geworden.

Thuis groeide ik op tussen twee grootheden. Grote luchten boven een poldervlakte tot aan de horizon, grote winden met de natte geur van de zee, grote regens, groot zonlicht, veel groot voor zo’n klein manneke als ik. En de grootheid dan aan de andere kant: twee goede mensen als ouder, maar die elkaar fundamenteel niet begrepen, met alle ruzie van dien. Dat laatste was groot, omdat ik ervoer dat je het leven niet kiest, zoals de mantra vandaag luidt, maar dat het leven zelf kiest. Het leven gebeurt zoals het gebeurt. En vaak is dat goed. En vaak is dat verpletterend. Maar mensen hebben zich zo diep met die kwetsbaarheid leren verbinden, alleen en vooral samen, dat ze er een unieke kracht uit halen. Als een kuddekalfje haar moeder kwijtraakt, dan is dat kalfje meestal ook veroordeeld. Mensen nemen zo’n kind zonder ouder dan mee. Zorgen voor een nieuwe ouder, zo goed en zo kwaad als dat gaat. Dieren gaan, stervende, apart liggen, om de groep niet te belasten. Daar zit ook een grootheid in, zeker. Maar mensen zorgen lichamelijk en geestelijk voor wie stervende is, en zelfs voor het dode lichaam. Dat is geweldig groot.

Net om dat tragische dat ons mensen verbindt, kan ik razend worden als ik iemand als Boris Johnson bezig zie. Trump lijkt mij een psychiatrische casus, maar Johnson is een verwende, getalenteerde alleshebber, die snel verveeld raakt en nu het dikste spelletje van allemaal heeft ontdekt, de macht. Een leeg eierdopje als Paris Hilton (of madame Kardashian) speelde nog met zichzelf, zo’n premier als Johnson speelt met de levens van miljoenen. Dat is, ik wik mijn woord, wraakroepend. In de middeleeuwen werden heersers nog publiekelijk naar het schavot gereden, in hun beste bonten kleren maar op een mestkar. Nu lijken ze wel letterlijk onschendbaar.

Guido Vanhercke

Guido Vanhercke

Bekijk alle berichten

Voeg commentaar toe

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required