Over wat groter is (6)

Ik belde met een vriend die herstelt van kanker, en in het gesprek zei ik iets als: “De tijd is van mij.” Hé, zei hij, dat zal ik onthouden: de tijd is van mij… Maar zo is het ook. De tijd is geen externe grootheid, die ’s morgens de luiken opent van de rozevingerige dag, die aan de zijkant ons opjaagt om niet achter te blijven bij zijn trainingstempo.

Nee, wij zijn de tijd, en als hij sneller lijkt te gaan met ouder worden, dan is dat ook door ons, door ons aanvoelen. Douwe Draaisma schreef er een mooi boek over. Al die meditatie waaraan mensen zich overgeven, is er toch maar om dat besef terug te pakken, dat de tijd niet anders is dan de grote verandering in mij.

Alles wat bestaat, verandert. Je hoeft maar aan een strand te wandelen om de geweldige keien te zien, afgesleten door niet te tellen verandering. Zelfs bergen slijten af. Niets staat stil, geen planeten en sterren, en dus ook geen levend lichaam. Zelfs de dood staat niet stil, maar beweegt verder, stilletjes, zoals we dat van hem gewend zijn.

Als je er begint op te letten, dan lijkt het wel een niet eindigende symfonie van een groot orkest, een ervaring die ten diepste kan aangrijpen. Dat jij daarbij hoort, bij dat onophoudelijke dansen. Fel of traag, mooi of stuntelig, het is wel een beweging die de hele aarde omspant. Je raakt nooit uitgekeken als mens. Nooit uitgevoeld ook, nooit uitgeluisterd, want zelfs de stilte is zijn eigen beweging: dan hoor je je eigen bloed stromen, dan zien je ogen nog de lichte trilling van het blad aan de boom.

Tijd is niet meer dan een afspraakje, de rest is ritme en melodie van de grootste muziek die je kan horen…

Guido Vanhercke

Guido Vanhercke

Bekijk alle berichten

Voeg commentaar toe

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required