Prince of peace
We beleven dramatische tijden. De vrede waarin we ons vele decennia in West Europa mochten geborgen weten is niet langer vanzelfsprekend. Het oorlogsgeweld schuift onze richting op en we voelen de spanning tussen de grootmachten toenemen.
Beschermd door de macht van de sterkste?
Voorlopig voelen we ons veilig onder de militaire paraplu van de Europees-Amerikaanse alliantie, maar het is tegelijk een verwarrend gevoel beschermd te zijn door de macht van de sterkste. Wat ons betreft is het vooral veiligheid die we zoeken! We pleiten uiteraard tegen alle geweld waarvan telkens weer de gewone mensen de grootste dupe zijn. Maar er is tegelijk een groot gevoel van machteloosheid.
Nu het jaar haar einde nadert worden we overvallen door een gevoel van onbehagen. We houden van de gezelligheid van de eindejaarsfeesten, de familiale sfeer en de doorbraak van het licht. Tegelijk voelen we ons onbehaaglijk bij zoveel menselijke ellende. Is het mogelijk iets over vrede te zeggen?
Het vuur van hoop
Het moét, we kunnen niet anders. Zij het stamelend en stotterend. Het kerstfeest doorbreekt het onbehagen. Spreken over vrede is een plicht. De hoop mag niet verstommen. In liturgische teksten wordt uitgekeken naar de “prins van vrede”. Mensen die geen uitkomst meer zien, kunnen alleen nog roépen om hulp, roépen om een redder, iemand die de impasse doorbreekt. Het kan: dat één mens het vuur van de hoop nieuw leven inblaast.
Een mistig onderscheid
Wellicht vinden we inspiratie bij iemand die hierover uit eigen ervaring kan meespreken. Hannah Arendt, politiek filosofe en activiste (1906-1974) heeft de beide wereldoorlogen van de vorige eeuw bewust meegemaakt. Ze heeft veel nagedacht over de vraag hoe mensen meegezogen kunnen worden in situaties waarin het onderscheid tussen goed en kwaad heel mistig is geworden.
Een goede samenleving of liever eeuwig leven?
Ze is joodse van origine en ze probeert te begrijpen hoe de uitroeiing van de joden mogelijk is geweest. En toch, ofschoon ze de realiteit van de shoah ten volle onder ogen ziet, blijft ze geloven in de mogelijkheid van de mens om een nieuw begin te maken. Ze is nochtans geen fan van religie en ook niet van het christendom. Toch is haar filosofie doorspekt van christelijke begrippen als vergeving, verzoening en belofte. Maar daarbij gaat het haar altijd om een goede samenleving en niet om het verwerven van eeuwig leven.
Een kind is ons geboren
In een brief uit 1952 schrijft ze aan haar echtgenoot dat ze in München een opvoering van de Messiah van Händel heeft meegemaakt en hoe ze er van onder de indruk is. “Een kind is ons geboren”. Het roept een intense vreugde bij haar op. Ieder kind dat geboren wordt is de uitdrukking van het vertrouwen dat er hoop is voor de wereld.
Het nieuwe leven dat telkens weer doorbreekt
Van haar leermeester Martin Heidegger had ze een mensbeeld mee gekregen met een wat fatalistische bijklank. In zijn filosofie neemt het “sein zum Tode” een belangrijke plaats in. Hij ziet de mens als in het bestaan “geworpen”. Niemand heeft gevraagd om er te zijn, en de enige vaste zekerheid is dat we naar de dood op weg zijn. In tegenstelling tot Heidegger is het mensbeeld van Arendt gekenmerkt door vertrouwen. Zij drukt dit uit door het begrip “nataliteit”. Dat heeft ze duidelijk gehoord in de Messiah: “for unto us a child is born”. Zij begroet het nieuwe leven dat telkens weer doorbreekt.
Een bijzonder gebeuren
Er is nochtans een paradox in de tekst en muziek die het kerstgebeuren bezingt. “Wonderful, glorious, lord of lords en king of kings. And he will reign for ever and ever”. Het kan nogal triomfalistisch klinken alsof het gaat om het feest van Christus Koning. Christus koning van het heelal is de volledige benaming. In tegenstelling hiermee heeft de volksvroomheid vooral oog voor de kwetsbaarheid van het pasgeboren kind. Het wordt ervaren als een gave van “hierboven”. We zingen toch uit volle borst “hij komt van alzo hoge, van al zo veer”. Daarmee wil gezegd zijn dat het om een heel bijzonder gebeuren gaat.
Een tegenstrijdig beeld
In de leer van de kerk gaat de aandacht een andere kant uit. Zij beklemtoont vooral Jezus als Pantocrator, als wereldbeheerser en eindrechter. Het heet dat hij de redder is van heel de mensheid, en wel door zijn lijden, kruisdood en verrijzenis. In mozaïeken en schilderijen wordt plastisch uitgebeeld hoe de verrezen Christus Adam en Eva – symbool van de hele mensheid – uit de onderwereld omhoog trekt om hen binnen te leiden in de hemel.
Een nieuwe tijd is aangebroken
Het kerstverhaal laat een andere klank horen. Hier is geen sprake van een pantocrator. Jezus is geboren en opgegroeid in de joodse traditie. Het wordt geïllustreerd in het tafereel van zijn besnijdenis. Simeon is een vroom man die uitkijkt naar de komst van de messias. Wanneer zijn ouders Jezus naar de tempel brengen ontlokt het hem een lofzang. “Mijn ogen hebben Uw heil aanschouwd dat gij voor alle volken hebt bereid, een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël” (Lucas 2, 29-32). Het zijn woorden vol vertrouwen dat met dit kind een nieuw begin zal worden gemaakt. Alsof hij, Simeon, vooruitblikt naar een nieuwe tijd.
Doe dit tot mijn gedachtenis
Het eerste concilie van de kerk heeft in haar geloofsbelijdenis nauwelijks aandacht besteed aan Jezus’ leven en optreden dat nochtans niet onopgemerkt is gebleven. Het tegendeel is genoegzaam gekend. Hij vertoeft bij mensen die niet meetellen in de samenleving, hij omringt zich met leerlingen die hem moeten bijstaan in de verkondiging van het goede nieuws, hij neemt afstand van een puur wettische beleving van de joodse Tora en grijpt terug naar de oorspronkelijke inspiratie die gerechtigheid en mededogen centraal stelt, en hij heeft op het einde van zijn leven bij het afscheid van zijn leerlingen zijn testament nagelaten: “doe dit tot mijn gedachtenis”.
Weerloos bewonderd
Jezus’ optreden is in zijn onaanzienlijkheid tegelijk van bijzondere betekenis. Zijn levensvoorbeeld is metterdaad een weg van vrede. Hij wordt verwelkomd als “prince of peace”. Zijn weerloosheid is, tegen de gangbare logica in, een weg die bewondering en respect afdwingt. Een weg die hoop wekt. We mogen hem met recht en reden “wonderful and glorious” begroeten in ons midden.
Ignace D’hert o.p.
9/12/2023
Bedankt, Ignace, nu de feesten bijna achter de rug zijn, lees ik jouw tekst en het vertolkt precies de tegenstrijdige gevoelens die ik ervaarde in de voorbije kersttijd: slingeren tussen onmacht, negatieve berichtgeving alom enerzijds en anderzijds vasthouden aan de hoop die dat kwetsbaar kerstekind ons steeds brengt , de warmte voelen van familieverbondenheid op het kerstfeest, etc.
Ik onthoud vooral jouw boodschap in de laatste zinnen “Zijn levensvoorbeeld is metterdaad een weg van vrede. Hij wordt verwelkomd als “prince of peace”. Zijn weerloosheid is, tegen de gangbare logica in, een weg die bewondering en respect afdwingt. Een weg die hoop wekt. We mogen hem met recht en reden “wonderful and glorious” begroeten in ons midden.”
Deze woorden geven me nieuwe levensenergie, hopelijk goed voor een heel jaar!
Als lid van de kapelgemeenschap Filosofenfontein wens ik onze zustergemeenschap Dominicus Gent een hoopvol en vredevol 2024 toe!
Bedankt Ignace voor deze omkadering en duiding – in deze tijd van het jaar, in onze tijd van onbehagen die zo verwarrend is. “een weg van hoop” te gaan, ondanks en dankzij – zo moge het zijn.
Dank je wel voor de uitgebreide informatie en de onontbeerlijke “boodschap” van de Prince of peace, (geschreven op mijn verjaardag) wat een zeldzaam kado.
Cees