Nescio en de kleine mystiek (tekstversie)

Op 15 april 1952, een dinsdag, nam de schrijver Nescio de bus van zijn woonplaats Amsterdam naar het zuidelijk gelegen Abcoude. Hij noteerde ‘s avonds in zijn Natuurdagboek: “Met mijn rug tegen een wilg gezeten. De boomgaard zal spoedig in bloei komen. – Even de vervulling. Zoo stil.”

Het uitzicht dat op je wacht

De schrijver Nescio deed die uitjes vaker. Sedert zijn pensionering bijna om de andere dag. Hij kocht een kaartje voor tram of bus of trein, liet zich voeren tot bij een plek buiten Amsterdam waar hij al tientallen keren was geweest, en bracht er de voormiddag door. Soms met eerst een klein koffietje en een broodje of als ze een goede soep aanboden, een soep. Ondertussen was hij met zijn gedachten al bij het uitzicht dat op hem wachtte. Zo voelde dat aan: dat het uitzicht op hem wachtte. En in het lage land Nederland zijn de zichten groot en ver, toen nog veel meer dan nu. Nu is ook daar zoveel dichtgebouwd, zoveel rechtgetrokken, zoveel afgebroken en te groot weer opgebouwd. Maar ook toen al kon Nescio zich kwaad maken op de heren die niets begrepen, alleen maar vooruitgang en guldens in hun ogen hadden, als hij weer bomen geveld zag liggen, of een klein oud bruggetje afgebroken was. God zegene de heren, schreef hij in zijn dagboek, als het kan een beetje hardhandig…

De boekhouder van zijn eigen verwonderingen

Maar het land was groot en wijd, en zijn ogen dronken het op. Hij zag een verre kerktoren boven de horizon uitsteken en dacht: ha, hij staat er nog. Hij wandelde rond, volgde zijn voetstappen, zijn ogen liepen rond als een jonge hond, al was hij de zestig ver gepasseerd.

En ondertussen sloeg hij alles op, als de boekhouder van zijn eigen verwonderingen. Thuisgekomen zou hij het allemaal opschrijven, zo kon hij het beter bewaren. Het vertrekuur van de bus, hoeveel het broodje hem had gekost, de kalfjes in de wei, de ooievaar die zo traag opsteeg met die oneindig brede vleugels, de bomenrij op de horizon, de lichtstreep net boven die bomenrij, de dunne nevel van die morgen, en die zelfs rook, ook iets dat heel dun was. De weerspiegeling van de hemel in de grote waterplas voor hem. Die noemde hij double ciel. Dubbele hemel. Dubbele schoonheid.

Zo wandelde de schrijver Nescio door de wereld die hem omringde, en in zijn ogen was de wereld groot…. Hij zag de hoge wolken boven zich voorbij schuiven, er stond wat wind vandaag, er hing een frisheid over het land die hem prettig stemde. Hij moest het niet zelf doen, zijn hoofd liep zomaar leeg en vulde zich met wat hij zag. Er kwam een boerenpaard en kar voorbij, de boer tikte tegen zijn pet. Hij keek op omdat hij hoog boven zich een scherp zingende vogel hoorde. Een leeuwerik, dacht hij, en hij wist dat hij de vogel niet zou zien. Leeuweriken verdwijnen in de opgespannen lucht, laten hun lied het werk doen.

Een moment van volheid

En dan. Dan gebeurde toch weer waarom hij gekomen was. Dat moment dat alles overliep. En hij zichzelf kwijtraakte in wat hij zag. Dat moment van volheid. Misschien was hij daar wel voor gekomen? Om dat hoofd van hem stil te leggen? Om het te vergeten in een wereld die diep was, plots, overlopend, zoals licht kan overlopen, groter zijn dan het is? Zijn piekerhoofd. Zijn hoofd dat leed had gezien, tragiek van mensen, honger in de oorlog, een kleinkind dood. Zijn hoofd dat toen het jong was, zoveel had geïnvesteerd in dromen. Toen hij zich, met Frederik van Eeden en anderen, titaantjes waande in hun anarchistische idealen van gedeeld bezit in de landbouwcooperatie die ze begonnen waren. Kleine reuzen die de wereld wilden omkeren. Ach, waarom liepen dromen zo hard tegen een muur aan, zo vaak toch. Hij had er verhalen over geschreven, over Japi de uitvreter, die zo kon genieten van bijna niks en toch uiteindelijk van de Waalbrug stapte, over Bavink de schilder die gek werd, over zijn hongervriend Flip in de oorlog.

Opgenomen worden in een uitzicht dat hem helemaal optilde

Mensen zijn geen reuzen, maar kwetsbare schuwe dieren. Hij wist het maar al te zeer. Maar de natuur is groot. En kan soms, reusachtig groot als ze is, kan plots heel dichtbij komen. Die openbaringen, die kleine grote momenten dat hij zich voelde overlopen, opgenomen worden in een uitzicht dat hem helemaal optilde, daarvoor deed hij het.

“3 januari 1952. Donderdagochtend. Lente, maar wat koud. Zon, geheel blauwe lucht maar nevelige verte. De zilveren spoorbrug over de weg. Muiden vaag opdoemend uit nevel. Van Hakkelaarsbrug gelopen. Weer de molen en het betoverde Muiden. (…) Zeer stil, de bomen stonden daar als eeuwig. Het opdoemen zeer wit van het witte huisje vèr aan de dijk. (…)

Ineens nog een stuk of vijf koeien tegen het langgerekt struikgewas met de eikenbomen nog altijd met bruin blad. (…) Weer om de hoek van de kerk gelopen, konijn wipte het eind van de dijk af en schoot over de weg het Echobos in. Terugkijkend: de clair-obscure laan en het clair-obscure bos. Zeer blauwe zee zonder overkant. Het rietschiereiland: zeer geel. Deze hele wereld was eigenlijk plaatsloos en tijdloos en zonder naam en ik ook.
Half één weer thuis. Men beleeft dit allemaal in even meer dan 2 uur, wat steeds weer ongelooflijk is.”

Ontroering is kleine mystiek

Ik zet even een stap vooruit, naar vandaag. De filosoof-oriëntalist Ulricht Libbrecht noemt ontroering kleine mystiek, als ze even onze kleinheid overstijgt, ons vult met iets dat groter is dan ons.

Mensen zoeken haar in de natuur, in muziek, in kleinkinderen, in de aanraking van geliefden, in gedeelde rituelen. Een groot woord misschien, mystiek, maar er leeft in mensen een diep verlangen om uit zichzelf getild te worden, om, al was het even maar, opgenomen te worden in een grotere schoonheid.

Eén waar geen woorden voor zijn, enkel ervaring van ontroering. Kleine mystiek die, zoals Nescio het schrijft, “plaatsloos en tijdloos en zonder naam is”.

Een ervaring die, om een bijbels woord te gebruiken, “jubelt”.

Bekijk de video > KLIK HIER
Wat sprak je aan? Wil je iets delen met de online community? Voeg hieronder je commentaar toe.

Guido Vanhercke

Guido Vanhercke

Bekijk alle berichten

Voeg commentaar toe

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer u op de nieuwsbrief van Bijlichten

Schrijf nu in

* indicates required